Groene thee en zwarte thee worden beide gemaakt van de Camellia sinensis-plant, maar de verschillen in verwerking resulteren in verschillende smaak- en gezondheidseigenschappen.

Groene thee wordt ongefermenteerd gemaakt, wat betekent dat de bladeren direct na de oogst worden gestoomd of geroosterd om de enzymen die verantwoordelijk zijn voor de fermentatie te doden. Hierdoor behouden de bladeren hun natuurlijke groene kleur en antioxiderende eigenschappen. Zwarte thee daarentegen is volledig gefermenteerd, wat betekent dat de bladeren enkele uren tot dagen in vochtige omstandigheden worden bewaard om fermentatie mogelijk te maken. Dit verandert de kleur en smaak van de bladeren.

Een ander verschil tussen de twee soorten thee is hun cafeïnegehalte. Groene thee bevat doorgaans minder cafeïne dan zwarte thee, waardoor het een betere optie is voor mensen die gevoelig zijn voor cafeïne. Groene thee bevat ook een aantal antioxidanten, zoals epigallocatechine-3-gallaat (EGCG), waardoor het zijn gezondheidsvoordelen heeft.

Zwarte thee daarentegen bevat meer theaflavines en thearubigins, die antioxiderende eigenschappen hebben en ook kunnen helpen bij het reguleren van de bloedsuikerspiegel. Zwarte thee is ook een goede bron van mangaan, een mineraal dat belangrijk is voor de gezondheid van de botten.

Uiteindelijk komt de keuze tussen groene en zwarte thee neer op persoonlijke voorkeur. Beide soorten thee hebben hun eigen unieke smaak en gezondheidseigenschappen. Als je echter de voorkeur geeft aan een thee met meer antioxidanten en minder cafeïne, is groene thee wellicht een betere keuze.